Varkens

Ze amuseren zich kostelijk op het weiland, in de bosjes en langs de sloot. Met die neuzen halen ze de verharding van een voormalig pad naar boven, of besnuffelen ze de emelten en wormen in de grond. Met die grote bekken kauwen ze met gemak een steen tot gruis, maar ze kunnen er ook de kleine stukjes wortel mee uit de soepgroenten sorteren. Die lusten ze niet en spugen deze stukjes daarom maar uit. Daarna bijten ze weer met het grootste gemaak een stuk hout aan gort. Zo’n beest is geweldig.

Als je ziet hoe ze met stro omgaan, bij elkaar liggen en hun eigen boontjes doppen. Als je ziet hoe die beesten een hele middag lekker tegen elkaar kunnen liggen. Lepeltje lepelte, pootjes over elkaar heen. De staart in elkaars neus. Maakt niet uit. Ze liggen en blijven liggen. Even later rennen ze weer door de wei. Als jonge biggen. Met dat grote lijf van ze. De slager zegt dat ze daarom atletisch zijn. Dat kan ik me voorstellen. Ze hebben in ieder geval een constante, heel goede kwaliteit.

Alleen als onze varkens het zelf nodig vinden, maken ze vet aan. De varkens in de industrie maken vet aan omdat de boer/industrie het nodig vindt. Het vet van onze varkens is natuurlijk vet. Een varkensbout van ons is een varkensbout. Wat je ziet is wat je krijgt is wat je eet. En zelfs de jus is superlekker.

We slachten iedere week een paar varkens. We leveren het vlees vers of diepgevroren. Worstmaker Henk Spijkerman uit Akkrum maakt van het vlees prachtige hammen, worsten en vleeswaren. Onze Boeren Praamham won goud in Utrecht, 2015!

onze varkens

zijn echte knorrepotten.

Zij een goed leven, wij een lekkere bout. Zo doen we dat.