Onze beer gaat vreemd.
Ben ik in de stal bezig, dan praat ik altijd met onze beer. Het beestje (300 kilo) staat apart, want ik wil niet dat hij los tussen de zeugen maar een beetje om zich heen paart. Ik wil weten wanneer ik weer een koppeltje jongen kan verwachten.
Echt praten kan je het niet noemen. Ik brom heen. Hij knort terug. Ik brom weer, hij knort heen. Beiden worden we er niet veel wijzer van, althans, ik in ieder geval niet. Maar ik vind het wel amusant en ik ben gek op kontakt met beesten, hoe primair ook.
Hij zit dus in een apart hok, met een deurtje naar buiten, maar daar maakt hij maar nauwelijks gebruik van. Af en toe even op het achterpaadje, een beetje spelen met de deur. Veel verder komt hij niet. En dan toch maar weer naar binnen.
Met de verbouwing van zijn hok wilde ik hem even kwijt. Een beer om je benen heen geeft een onveilig gevoel. Dus, beer naar buiten, deur op slot. Hok ombouwen en klaar is Jaap. Het was inmiddels donker en de beer kon weer naar binnen. Deur open. Beer roepen. Geen beer.
Dan begint het zoeken. Met een zaklantaarn het weiland in. Beer roepen, geen beer. Pas heel ver achterin het bos kwam ik hem tegen. Hij moest door de schrikdraad zijn gebroken, maar waar? Terug is dus geen optie. Trouwens, hij liep eerder van mij weg dan dat hij op mij afkwam. De meeste beesten komen op zo’n moment juist naar mij toe. Hij niet, hij was bang, voor alles, zelfs voor mij en zeker voor de zaklantaarn die ik bij me had. Opjagen was gevaarlijk. Zijn bek ontwijken bij protest zijnerzijds is onmogelijk als ik tot mijn kuiten in de bagger sta. Het beste leek mij dat hij doorloopt, over het weiland naar de schuur. Maar, december 2012; één grote bagger- en modderzooi. Met een beer die nog nooit verder is geweest dan het straatje achter de schuur, niet weet waar hij is en niet weet wat modder is, waar hij tot zijn buik toe in is weggezakt. Die beer is helemaal van streek, ontredderd en vooral verdwaald. Zelfs mijn gespek met hem boeide hem niet.
Mijn volgende poging is gewoon in de schuur de rest van de varkens gaan voeren, veel lawaai maken, dan komt ie wel. Niet dus.
Na het voeren ben ik terug gegaan naar het beestje. Hij stond nog min of meer op dezelfde plek. In het bos, tot zijn buik in de modder. Dit keer heb ik geen zaklantaarn meegenomen, alleen mijn stem. Heb het beestje geroepen met een brom. Hij knort terug. Ik bemoedig hem. Hij zet een stap. Ik brom. Hij knort. Ik knor, hij bromt en zet een stap. Ik bemoedig en grom. Hij knort, zet een stap, ik bemoedig enz. enz. enz.
Na 20 minuten had ik hem helemaal naar het erf en dus bij de schuur geknort, gebromt, gemekkerd en bemoedigd. Het beestje was helemaal op mijn stem over zijn angst van de modder, het vreemde weiland en de schrik van zijn avontuur gekomen.
De rest is simpel. Schuur open, hij hoort de andere varkens, komt naar binnen. Beetje voer, beetje sturen en terug in zijn hok. Reden genoeg dus om je waardering voor dit superbeest te delen met mij. Varkens, super!! Wees welkom.
de beer is los,
Zij een goed leven, Wij een lekkere bout
Archief
Eén erf - januariLeuke Pappa en de varkens - januari
Communicatie - januari
Overdrijven - januari
Schop onder je kont - januari
Hemelpoort - oktober
Swiebertje - maart
Afscheid - januari
Waar is tie? - mei
Kerstmis 1963 - december
Vegetarische slager - oktober
Ouwe - september
Hypocriet - mei
Onze varkens Hokken - november
‘onze’ slagers zijn eerlijk - september
‘Boegh’, Alarm of Start - juli
Gouwe Randjes! - juni
Volle Maan - november
Het paard - oktober
Onze kippen zijn ontploft! - september
Onze gans doet vreemd. - april
Onze beer gaat vreemd. - december
Het verhaal over Bleke Betje uit Turkije - juni