Communicatie
Communicatie
Als Nederland in de halve finale staat van het WK voetbal en het is zaterdagavond en alle beesten hebben te vreten gehad en liggen lekker binnen, dan wil ik nog wel kijken naar de wedstrijd. Maar ik moet eerlijk zeggen: het interesseert me niet heel veel. Ik ben niet echt geboeid. Het bedrijf, de varkens, het houdt me eigenlijk altijd bezig. Ik voel dat ik moet gaan kijken bij de varkens en ik ga dus kijken bij de varkens. Het is takke weer. Regen, wind, koud. Het hele spul ligt binnen, diep in het stro, tegen elkaar aan te pitten. Waarom ik nog even buiten moet kijken, achter de schuur? Ik heb geen idee.
Nog voor ik het beestje zag, hoorde ik het al. Een varken buiten, met dit weer, als alle andere varkens binnen liggen, is niet normaal. Ik zoek met de zaklamp over het weiland en zie het beestje staan. Ik roep, hij ziet me, maar beweegt verder niet. Ik loop ernaar toe. Het dier komt niet naar me toe, maar gaat ook niet van mij af. Als ik dichtbij kom zie ik dat hij gewond is aan zijn achterpoot. Heel erg. Ik duw hem de stal in, door het gangetje, zo door de deur naar buiten het hok, op het gangpad. Daar bekijk ik zijn poot. Een heel diepe vleeswond.
De dierenarts komt en constateert dat hij wellicht heeft vastgezeten aan een draad. De draad is diep in het vlees gesneden. We hebben het beestje afgemaakt. Waarom moet ie nog langer lijden? Wat erg dat ik niet eerder ben gaan kijken.
En dan die zeug. Die kwam wel gewoon bij de bak, tijdens het voeren. Niets bijzonders. Toen ik klaar was met alles, zag ik het beest achter in de stal, in de mest, heel heftig hijgen. Ik maakte mij grote zorgen. Ik zag de andere varkens naar hem toegaan. Alsof ze afscheid namen. Het dier hijgde alsof het heel benauwd was.
Ik belde de dierenarts en ook Sietze, een vriend van me. Sietze is heel sterk en de zeug moest weg uit die stront. De dierenarts heeft het beest behandeld met een spuitje. Samen hebben we het dier in een apart hok gelegd. Daar lag het te hijgen. Ik ging eten. We dronken koffie, maar ik dronk mijn kop maar half leeg want ik wilde heel erg weer gaan kijken. De zeug lag nog steeds te hijgen, maar kwam een beetje overeind en ging ergens anders liggen. Ik besloot wat stro te pakken om het hok nog aangenamer te maken. Toen ik terug kwam met het stro blies het prachtige dier net de laatste adem uit. Net toen!
Waarom vond ik dat ik direct bij het dier moest kijken? Waarom heb ik niet eerst mijn koffie opgedronken? Wat is dat, dat je voelt? Of hoor ik een soort schreeuw, maar dan anders?
Archief
Eén erf - januariLeuke Pappa en de varkens - januari
Communicatie - januari
Overdrijven - januari
Schop onder je kont - januari
Hemelpoort - oktober
Swiebertje - maart
Afscheid - januari
Waar is tie? - mei
Kerstmis 1963 - december
Vegetarische slager - oktober
Ouwe - september
Hypocriet - mei
Onze varkens Hokken - november
‘onze’ slagers zijn eerlijk - september
‘Boegh’, Alarm of Start - juli
Gouwe Randjes! - juni
Volle Maan - november
Het paard - oktober
Onze kippen zijn ontploft! - september
Onze gans doet vreemd. - april
Onze beer gaat vreemd. - december
Het verhaal over Bleke Betje uit Turkije - juni